Pietertje

Het is een prachtige dag, 31 graden en volop zomer. Pieter ’s ouders zijn buiten in de tuin bezig en ze genieten volop van de nieuw in de grond gestopte bloemen. De ochtend is bijna voorbij en het wordt maar eens tijd om de lekkere broodjes ei met spek te bereiden. Pieter zit boven. Uiteraard staat zijn PC aan en zijn gordijnen zijn dicht. De wereld gaat momenteel aan hem voorbij, behalve die van zijn online gaming-paradijs. Toch neemt hij pauze van zijn potje omdat hij de heerlijke broodjes met ei begint te ruiken. Met vierkante ogen verlaat hij zijn enig vertrouwd plekje, de slaapkamer. Hij loopt de trap af naar beneden. Pieter kan meteen aanschuiven en hij grijpt naar de broodjes. ‘Heyyy Pietertje’ roept zijn vader. Pieter zegt weinig… Alleen ‘hoi!’. Zijn ouders ruiken de zweetgeur van Pieter en willen er wat van zeggen. Enkel, kan het zijn dat dan het huis te klein wordt…

Toch zegt vaderlief er wat van, want dit kan zo niet. Zoals verwacht staat Pieter boos op en loopt weer naar boven. Het geluid van de games klinkt na een paar seconden weer van boven en iedereen beneden zit weer met een rotgevoel. ‘Ze willen hem alleen maar helpen…’ Pieter speelt weer met zijn internetvriendjes ergens in Amerika en Canada en ze knallen samen een groep andere spelers omver. Pieter gaat volop in de aanval, maar helaas… Vijf minuten later is Pieter af en dat klinkt iedereen luid in de oren! Er wordt geschreeuwd, gevloekt en als dat nog niet alles is komt pa ook nog erg boos op zijn slaapkamer. Hij trekt de stekker uit de computer en geeft aan dat het nú afgelopen is. ‘Waar ben jij in vredesnaam mee bezig!’ zegt zijn vader. Pieter gaat tekeer omdat nu misschien zijn computer wel kapot is. Want, als je zomaar de stroom eraf haalt kan de harde schijf crashen. ‘Niks mee te maken!’ zegt Pieter’s vader.

Hij dwingt Pieter, ookal is hij volwassen, om naar beneden te komen en een ernstig gesprek met zijn ouders aan te gaan. Daarin wordt duidelijk dat hij zo niet langer door kan gaan om zijn leven naar de Filistijnen te helpen en dat er voor zijn ouders nú een grens is bereikt. Pieter moppert en moppert. Hij ziet het enige dat hij heeft ook in de mist verdwijnen… ‘Mijn computer is mijn alles!’ zegt hij en neigt om weer terug te gaan naar boven. ‘Waag het niet!’ zegt zijn vader. Ik gooi alles naar beneden! Het is een heftige confrontatie die nodig is, maar er wordt verwacht dat Pieter meewerkt aan het zoeken naar hulp. Na een afkoelperiode gaan ze samen op internet zoeken naar instanties en ze bellen. Ook de kliniek waar Pieter opgenomen is geweest wordt erbij gehaald en binnen een paar dagen zijn er al gesprekken. Het wordt hem nogmaals op zijn hart gedrukt dat hij écht moet veranderen, want anders zit hij zo weer in de kliniek…

Met zijn armen over elkaar zit Pieter tegenover de psychiater. Een gesprek van enkele uren duurt voort en als ze samen weer naar huis gaan wordt er gesproken over de met de psychiater besproken dagbesteding. Maar waar?! Pieter lijkt te zijn ontdooid en hij gaat de volgende dag met veel spanning naar een kaasboerderij waar een gezellig winkeltje bij is. Ergens in het buitengebied, maar daar kan hij lekker met de fiets naartoe… Het moment is daar, Pieter zet zijn fiets neer en loopt naar de ingang van het winkeltje. ‘Is dit écht wel wat voor mij?’ ‘Wat zullen ze van me vinden?’ ‘Lopen hier geen pesters?’ ‘Wat als ik opnieuw een woedeaanval krijg?’ Hij staat stil voor de deur, maar dan doet iemand de deur voor hem open en verwelkomt hem hartelijk. De kaasboerderij is een mooie grote boerderij die mensen met moeilijkheden, maar met mogelijkheden dagbesteding biedt. Sommigen hebben een afstand tot de arbeidsmarkt, maar sommigen vinden het ‘gewoon leuk’ om er te werken en mensen te helpen.

Gespannen kijkt Pieter om zich heen, maar langzaam begint hij helemaal op te bloeien. Mensen kijken hem vrolijk aan en begroeten hem zelfs. Er heerst zo ’n warme en prettige sfeer daarbinnen, dat heeft hij al lang niet meer gekend! De mevrouw die Pieter heeft ontvangen biedt hem een kop koffie aan met het kan niet anders, een paar blokjes kaas van de boerderij! Ze kletsen wat met elkaar en Pieter vertelt wat er is gebeurd in zijn leven… En dit niet altijd zonder tranen! Hij vertelt over het pesten en de daarop gevolgde psychische problemen. Ook vertelt hij over het incident bij de computerwinkel. De vrouw kijkt heel verbaast en zegt dat ze dat niet in hem ziet zitten. ‘Jij met je vuisten slaan?’ Ze vertelt dat hij op de kaasboerderij niet bang hoeft te zijn en dat iedereen elkaar respecteert. En is er toch wat?! ‘Trek dan aan de bel!’ Ze bespreken nog wat dingetjes en Pieter maakt een afspraak met de eigenaar en eigenares van de boerderij…

Het geluk treft hem dat een week later het gesprek al plaats vindt. Ingrid, de vrouw die hem vorige keer had gesproken is de eigenares en haar man komt erbij zitten. Ze bespreken de werktijden en ook wat Pieter op de boerderij kan doen. Nou, daar weten ze wel raad mee! Er moet een nieuwe website komen voor de kaasboerderij en hij mag als hij wil elke dag komen om mee te helpen met alle werkzaamheden op de boerderij. Dát ziet Pieter wel zitten! Vol van enthousiasme fietst hij naar huis en hij heeft sinds lange tijd weer wat te vertellen. Zijn ouders en broer zijn razend enthousiast. Is er dan eindelijk een lichtpuntje? Hij vertelt dat er hele leuke mensen rondlopen en dat iedereen hem vriendelijk begroet… Pieter ’s vader vraagt hem met een knipoog ‘zijn er ook leuke dames?’ Hij antwoord dat er genoeg zijn en lachend beginnen ze aan hun avond. Het gezin speelt een spelletje, maar dan gaat de deurbel… Het is de politie en ze willen Pieter meenemen!